Bij het raam zit Leni, 93 jaar,
Met haar penseel en potlood, haar kunst is altijd klaar.
Ze lacht naar mij, herkent me weerÂ
Al dwalen haar gedachten heen en weer.
Met haar penseel en potlood, haar kunst is altijd klaar.
Ze lacht naar mij, herkent me weerÂ
Al dwalen haar gedachten heen en weer.
Dementie mag haar geest omringen,
Maar haar lach blijft als een zonnestraal zingen.
Met ondeugende twinkeling in haar ogen,
Laat ze ons lachen, zonder mededogen.
Maar haar lach blijft als een zonnestraal zingen.
Met ondeugende twinkeling in haar ogen,
Laat ze ons lachen, zonder mededogen.
Bij het raam, haar vaste stek,
Is Leni gelukkig?, is ze op haar plek?
Tekenen, knutselen, een wereld van haar eigen,
In haar hart zal ze altijd blijven bloeien.
Is Leni gelukkig?, is ze op haar plek?
Tekenen, knutselen, een wereld van haar eigen,
In haar hart zal ze altijd blijven bloeien.